Vanuit de keuken (en de woonkamer en de tuin) kijken wij vanuit ons huisje aan de Chemin Sous le Bois uit op de mooiste berg van de omgeving: de Mont Blanc. Bijna 5 kilometer hoog torent hij uit boven de andere alpentoppen. Altijd wit, maar niet altijd zichtbaar omdat hij vaak in de wolken zit.
Nu het eerste kwartaal voor ons erop zit wordt het onderhand wel eens tijd deze mooie witte dame te bezoeken. In de middag vertrekken we naar Chamonix, dat op ruim 1000 meter aan de voet van de Mont Blanc ligt.
Getipt door Amelie vinden ook wij dit een heel leuk plaatsje. En hoewel er nog geen sneeuw in het dorp ligt kunnen we een beeld vormen hoe het er hier in de wintersportmaanden aan toe zal gaan.
Ik wil Ellen die berg op krijgen. En dat valt nog niet mee, want mijn vrouw heeft: h..o..o..g..t..e..v..r..e..e..s.
Als zij dat ervaart, dan is ze, uhhh, hoe zal ik dat zeggen, niet zo gezellig.
Overweldigd door al het schoon besluiten wij spontaan een hotel te nemen. Geen tandenborstel of onderbroek bij de hand, maar we slaan ons door alle ongemakken ...... in het 4-sterren hotel aan de voet van de lift.
Onze jongste maakt zich op en neemt een laatste moment van ontspanning voordat wij de weg naar boven op zullen zoeken.
De gletschjer is mooi te zien vanaf het balkon van de kamer.
En dan gaat het gebeuren: DE LIFT (naar een film van Rob, uhhh, Dick Maas)
De eerste rit brengt ons van de 1000 meter van Chamonix naar 2300 van Plan de l'Aiguille. Het is al heel wat hoger, maar mijn vrouw kan nog lachen, ze houdt zich dapper:
...maar dan gaat het hard, en vooral steil omhoog. Binnen enkele minuten klimt de tweede lift naar de Aiguille du Midi naar een hoogte van 3800 meter, ofwel,
achtendertighonderd meter
ook bekend als:
ACHTENDERTIGHONDERD METER.
en dat is best hoog.
.... en zeker als je hoogtevrees hebt. Ellens enthousiasme wordt op het smalle terras flink getemperd. En eerlijk gezegd lopen er wel meer mensen rond die dit toch net iets teveel van het goede vinden.
maar de uitzichten zijn onwerkelijk mooi.
De slagroom op het toetje wordt verzorgd door de weg terug, want voordat je de lift in kunt (mijn vrouw wilde zelfs niets drinken in het restaurantje ... en dat wil wat zeggen) moet je een brandweertrap op die buitenom de berg loopt. Wij kijken door de treden de diepte in en Ellen verlegt de ene grens na de andere.
Halverwege, terug op 2300 meter, vindt ze zichzelf terug en is het tijd voor koffie op een terrasje.
Er kan zelfs, ofschoon voorzichtig, weer wat gelachen worden.
We laten de kinderen nog even uit op weg naar een bergmeertje.....
zwaaien wat naar de pers.....
... en gooien nog wat stenen op het dunne ijs. Laat die stenen dan ook niet zo rondslingeren, ofwel, opgeruimd staat netjes.
'bergzeemeermin'
en dan weer met beide voetjes op de grond.
Ellen kan trots zijn op zichzelf. De dagen erna kijken we regelmatig nog even vanuit de keuken naar die mooie witte berg.....waar we tot op 1000 meter... toch bijna de top hebben gehaald.
.....die laatste 1000 zal er overigens niet van komen.